Rondreis Oceanie Januari 2007

Op 5 januari 2007 zijn wij (Sylvia en Jos Riechelmann) begonnen aan een reis door Oceanie. De reis ging naar San Francisco, Nieuw Zeeland (Noordereiland en Zuidereiland), Tasmanië, Oost Australië, West Australië, Noord Australië en in het koninkrijk Tonga de eilanden groepen Tonga'tapu, Ha'apai en Vava'u en via Los Angeles weer terug naar Holland.
Indien u vragen of opmerking hebt kunt u een e-mail sturen, jos@riechelmann.tv.

San Francisco

De skyline van San Francisco is in al die jaren (1989) niet veel veranderd. Fisherman's Warf is misschien iets drukker, maar de zeeleeuwen brullen nog als vanouds; "de crab en de clam chowder" zijn nog volop te verkrijgen en smaken nog steeds heerlijk. We hebben alle highlights kris kras met het openbaar vervoer weer bezocht; maar deze keer over de Golden Gate Bridge gelopen. Om met good old Tony Bennett te zingen: "We left our heart (again) in SF".
Het is zonnig en warmer (18 graden, strak blauwe hemel) dan normaal in deze tijd van het jaar.

Cable Car
Klik hier voor foto's San Francisco

Nieuw Zeeland

Noordereiland

Onze aankomst in Auckland 's morgens vroeg 10/1 (5.00 uur) begon met ....... regen. Na een "little nap" met een touristbus Auckland bekeken.
De volgende dag de camper opgehaald. Stijf van de zenuwen, het links rijden en links schakelen, reed Jos met zweet op z'n voorhoofd richting Coromandel. Blij dat we de grote camper toch niet hebben kunnen krijgen, want deze vindt hij al veel te groot. Het landschap naar Coromandel Peninsula (=oosten van Noordereiland) is bergachtig en grazige weiden zoals in Engeland en de Drakensbergen in Zuid Afrika. Wat uit de verte palmbomen lijken, blijken gigantische varens te zijn zoals die volgens ons voorkwamen in het Jurasic tijdperk. In Coromandel zijn we maar 1 nacht gebleven omdat we niet zo veel konden ondernemen vanwege de gigantische regenbuien die nog erger zijn dan in Holland. De bergen gingen constant schuil in een dichte mist.

Het begin van Nieuw Zeeland

Klik hier voor foto's Noorder Eiland

We besluiten om naar het zuiden te rijden, een lange rit in de stromende regen richting Rotorua. Dit is een prominent Maori-gebied. De geologische gesteldheid (geisers, modderspa's en daarmee verbandhoudende zwaveldampen) plus de mystiek van de Maori's maakt dat dit de belangrijkse regio is van het Noordereiland. Uiteraard een "Hangi" bijgewoond; ondanks het hoog toeristisch gehalte erg leuk en informatief.
Een "Hangi" is een Moari maaltijd, traditioneel bereid met o.a. zoete aardappelen en wortelen die verpakt in een vlasmandje aan een hengel wordt gekookt in een natuurlijke warmwaterbron, opgediend tijdens een "Haka" (show met zang en dans).
De parken van Rotorua (o.a. Hell's Gate) zijn bezaaid met borrelende zwavelputten waar stijgende dampen uitkomen. De grond is vaak zo dun dat als je je buiten de paden begeeft de grond onder je voeten kan wegzakken.

Wij zijn vroeg vertrokken richting Taupo om op tijd in Wai-O-tapo te zijn. Het rijden gaat al een stuk makkelijker, maar we rijden wel met z'n tweeën, tegelijk roepen we bij elke kruising "eerst rechts dan links kijken"!! Het weer is ook beter geworden en dat helpt ook. We komen in iedergeval relaxed op de camping aan. We gaan naar Wai-O-tapu om de Lady Knox geiser te zien spuiten, deze geiser wordt elke ochtend om 10:15 uur actief met behulp van de mens want er wordt om die tijd een stukje zeep in gegooid om de geiser te laten spuiten anders zou zij slechts om de 3 of 4 dagen actief worden. Naast het geiserspektakel is het een prachtig park met kolkende modderbronnen, knalgroene poelen en turkoois kleurige fonteinen. Er is een groot dampend meer waarvan de oever roodgekleurd is door de gouddampen die vrijkomen, jammer dat er tegelijk ook cyaankali- en zwaveldampen vrijkomen. Onderweg maken wij nog een stop om de Huka Falls te bekijken.

Maori rituelen

Klik hier voor foto's Noorder Eiland

Wij besluiten om niet in Taupo te overnachten, maar rijden door naar het Tongariro National Parc. Dit is het oudste park van NZ, hier wordt in de winter geskied, o.a. Op de Ruapehu. We komen terecht in Ohakune, dit plaatsje is in de winter een swingend ski-resort, maar het is ook de wortelhoofdstad van NZ. Hier wordt 2/3 van de wortelconsumptie van NZ geproduceerd. In de zomer lijkt het nog het meest op een spookstad.
Wij hebben een prachtige track gedaan in het park, niet de beroemde "Crossing" (± 7,5 uur) maar de wat kortere "Waitonga Falls" en "Blyth Hut" track.

Na een prachtige rit door de Wanganui vallei zijn wij in de stad met dezelfde naam aangekomen. Hier wordt het laatste stukje regenwoud met hand en tand verdedigd tegen de alles vernietigende "(o)possum", het park heeft een dubbele omheining en er zijn sluispoorten als je naar binnen gaat. Dit alles om de native vogels en planten te beschermen tegen dat beest. We hopen de Kiwi te zien maar die wordt pas s'nachts actief en er zijn er maar weinig van over. Omdat zij niet kunnen vliegen zijn ze een makkelijke prooi. Op de Wanganui rivier hebben wij een boottochtje gemaakt met een op kolen gestookte peddelboot, daarna konden we onze kleren in de was doen vanwege de roet.

Lady Knox

Klik hier voor foto's Noorder Eiland

In Wellington is het zonnig maar het waait er altijd. Wij vinden de architecture van de stad enigszins rommelig. Moderne gebouwen, bijv. de Beehive (= parlement gebouw) naast een grauw granieten gebouw type oostblok, verbonden met een in Victoriaanse stijl gebouwde bibliotheek.
De cable car is leuk en lijkt op die van de Hong Kong Victoria Peak. Je hebt er een mooie botanische tuin en op zondag kijk je uit op cricket spelende mannen en croque spelende oude dames.

Zondag 21/1 maken wij met de Interislander ferry de oversteek naar het South Island. Een tocht van 3 uur door de Marlborough Sounds.

Zuidereiland

Kia Ora! (Maorigroet)

22/1 We verblijven tot nu toe steeds op een zgn. Top 10 4 sterren camping die in heel NZ en naar het schijnt ook in Australie te vinden is. Het voordeel van deze campings is dat ze heel goed uitgerust zijn; uitgebreide kookgelegenheid fornuizen/ovens/magnetrons/bbq's, grote vriezers/koelkasten, broodroosters/wasmachines/drogers, strijkplank en -bout e.d.) Omdat onze douchecabine in de campervan erg klein is, maken we gebruik van de schone douches en toiletten waarin naast verwarming ook een fohn aanwezig is. (Bij de dames 1 fohn bij de heren 4!!!?) Gelukkig werken de douches niet allemaal op een tijdschakelaar want aan de 7 of 8 minuten heb ik niet genoeg en ik hoef gelukkig niet met een rol wc-papier over de camping. Op sommige campings is zelfs een aparte badkamer met een bubbelbad beschikbaar.

Vanuit de Interisland ferry die door de Cookestraat vaart zien we de prachtige Marlborough Sounds (fjorden). In het noorden van het Zuidereiland vind je veel wineries. Overal kun je wijn proeven/kopen en wordt er veel fruit " p.y.o." te koop aangeboden. Na een nacht op een kleine camping te hebben doorgebracht rijden we naar Pohara door het Abel Tasman Nat.Park een mooi gebied waar we trots op mogen zijn dat het naar een Nederlander vernoemd is.
We nemen een duik in The Golden Bay, zééééér verfrissend (koud!!!!)

We vervolgen onze reis naar het westen van het eiland. Bij de Buller Gorge maken we een wandeling over de wingbridge en het bijbehorende park. Het N.P. is prachtig, NZ is eigenlijk een park op zich want overal waar je rijdt is de vegetatie uitbundig.
We rijden over de kustweg met rechts van ons de woelige Tasmanzee. Ondanks bewolkt weer zien we prachtige vergezichten en aparte natuurverschijnselen, bijvoorbeeld bij Punakaiki de "pancake rotsen en blowholes"

In het plaatsje Frans Josef doen we een heli hike d.w.z. met een helicopter worden we op de FJ-gletsjer afgezet waarna we met grijpijzers onder onze schoenen 3 uur wandelen over het blauw gekleurd ijs, kruipend door ijspelonken en -gaten. Enkele die-hards nemen ook nog een duik in een ijskoud gletsjermeertje. De 2 uur durende wandeling door een regenwoud naar de voet van de gletsjer die Jos en ik daarna maakten was een fluitje van een cent. De FJ-gletsjer wordt door de Maori's "tears of the avalanche girl" genoemd naar een oude legende. Klinkt heel wat leuker dan Frans Josef. Het is een van de weinige gletsjers in de wereld (naast de Perito Moreno in Argentinie) die weer aangroeit na 21 jaar slechts te zijn afgenomen. Hij is door een zekere Julius Haast indertijd naar diens keizer van Oostenrijk vernoemd. Overigens heeft Herr Haast veel andere dingen naar zichzelf genoemd (rivier/brug/pas/dorp).

Vr. 26/1 vroeg op om een wandeling te maken om het Lake Matheson dat onder Unesco bescherming staat. Omdat het donkere water de omgeving goed weerspiegel noemt men het ook wel Spiegelmeer.

Via Fox Glacier (u merkt het we bevinden ons in een gletsjergebied; NZ heeft meer dan 3000 ervan) en over de Haastpas rijden we langs de prachtige Wagana en Hawea meren, omringd door bergen richting Quieenstown dat ongeveer in het midden van het zuideiland ligt. Onderweg weer veel wijngaarden en verschillende fruitboomgaarden.

Toelichting:
De temperatuur zowel in het Noorder- als in het Zuidereiland kunnen heel extreem fluctueren. Een zonnige dag zonder of uit de wind is gauw ± 25 graden. Als de wind uit het zuiden waait is het ondanks het zonnige weer niet warmer dan 12 graden, de gevoelswaarde zelfs lager en 's nachts koelt het in ieder geval erg af dik onder de 10 graden. Een warme zwoele zomeravond komt heel weinig voor.
Hoewel het dorp Frans Josef en de gletsjer niet zo'n hoogteverschil heeft, is de temperatuur op de gletsjer 6 tot 10 graden lager dan in het dorp (18 graden toen wij er waren).

Queenstown is 's winters een skioord en ligt aan het Wakatipumeer het heeft een leuk waterfront. Er zijn veel aktiviteiten te doen, o.a. jetboat/raften/waterskien maar ook luge=rodelen, parapente en bungy jumpen. Dit laatste hebben wij "oudjes" slechts van een afstand bekeken. We hebben heel rustig de gondel naar boven genomen en van het panorama genoten. Veel sushi's en sashimi's gegeten (goedkoop) op een zonovergoten terras.

Na 2 dagen QT, zondag 28/1 op naar Te Anau het fjordengebied aan de zuid-westkant. Het giet, zoals hier gebruikelijk. Gelukkig klaart het 's middags op en kunnen we per catamaran het fenomeen van de gloeiwormen in de grotten bekijken. Schitterend alsof honderden sterretjes aan de grotwanden hangen. Het zijn larven die gloeien naarmate ze honger hebben. Nooit gedacht dat dit bestond. 's Avonds om 20.30 moest Jos natuurlijk de Australische Tennisfinale op de tv bekijken (in een barretje omdat de tv op de camping door een stel tieners is geconfisceerd die naar een Bruce Willis film wilden kijken). Dit Fjorden NP -weer door de Unesco als werelderfgoed uitgeroepen- staat erom bekend om de hoeveelheid regen die hier valt, 6 tot 9 meter per jaar!!! Milford Sound hebben we om die reden niet bezocht, wel de Doubtful Sound (bijnaam: Sound of Silence) Majestueze bergen, talloze watervallen en een imponerende waterkrachtcentrale die 200 meter diep in de bergen is aangelegd.

Vandaag rijden we over de Southern Scenic Route. Met zo'n naam zou je de route heel zonnig voorstellen, niets is minder waar. De prachtige scenic wordt aan ons oog onttrokken door harde regens en grijze luchten. De weg is erg rustig gemiddeld aantal auto's is 8 per uur. Af en toe wat huizen en veel hééééél véééééél schapen die ook lijken te balen van het weer. We rijden door Invercargill de meest zuidelijke stad van NZ en laten de vogels op Stewart Island met rust. Op naar het noorden langs de kust via Catlins forest en -coast. Veel glooiende groene heuvels real Scottish, prachtig bij mooi weer. We stoppen in Dunedin.

Het is koud en guur en tot overmaat van ramp gaat onze elektrische kachel ook nog stuk, koud kruipen wij vroeg in bed. Trouwens om 22:00 uur ligt iedereen in NZ, niet alleen op de camping, op één oor. De volgende dag gaan we Dunedin die met Edinborough wordt geassocieerd - bekijken.

Vanuit het Victoriaans station nemen we de boemeltrein voor een rit over de Taieri River Gorge. De dieselloc stopt regelmatig. De spoorlijn loopt van Dunedin tot in de buurt van de Queenstown. Omstreeks 1879 is men deze spoorlijn gaan bouwen, om een heel groot groeigebied te ontsluiten. De goldrush was voorbij en men wilde zich in het gebied gaan concentreren op landbouw.

Wij besluiten in Otago Peninsula die aan Dunedin vastligt, alleen de albatrossen te observeren. Ze zijn aan het broeden en blijven op het nest. We zien slechts enkele exemplaren met hun machtige vleugels die een spanwijdte van 3 meter hebben. We maken nog een stop om de steilste straat ter wereld, (38% Guinnessbook), te beklimmen en af te dalen.

Onderweg naar het noorden; op het strand van Moerakie aan de oostkant van het eiland liggen onverklaarbare grote ronde stenen (boulders).

In Oamaru, een klein plaatsje, nemen we een paar dagen rust. Jos is verkouden geworden, het enige wat we doen is 's avonds met een gids de zeer zeldzame ± 50 cm grote yellow eyed penguin ook wel hoiho genoemd, bekijken. Daarna zien we vanaf een tribune hoe een kolonie nog kleinere (30 cm) bleu pinguïns vanuit zee terugkomen en naar hun nesten marcheren.

Om 8.00 uur 's morgens vertrekken we landinwaarts richting Mount Cook. Het is heel stil op de weg. Het landschap is uitgestrekt met weinig begroeiing, steppenachtig, omringd door bergketens. Wij rijden door Twizel, voor degenen die The Lords of the rings hebben gezien, hier zijn o.a. opnames gemaakt. Reeds van verre doemt Mt Cook op met zijn besneeuwde toppen (3755 mtr). Zittend op het terras van hotel Hermitage is zijn aanwezigheid nog imposanter. Eerder dan verwacht komen we op de camping in Glentanner aan. Vanaf onze plek zien we aan de voorkant Lake Pukaki en aan de zijkant Mt Cook.

Vandaag is de berg nog mooier omdat het onbewolkt is. We rijden weer naar de oostkust over de Alpine Pacific Triangle Touring Route naar Kaikoura ten noorden van Christchurch. Men komt naar Kaikoura voor het whalewatching, de albatrossen en het zwemmen met de dolfijnen. Ondanks Jos z'n verkoudheid willen we ook met ze zwemmen, hij is alleen bang dat hij ze aansteekt. Om 9.30 uur varen we met zo'n 20 man -waarvan slechts max. 13 personen het water in mogen- in een kleine boot de zee op voor een Dusky dolphen encounter (wilde dolfijnen). Strak in een rubber pak, -vest, -muts en voorzien van snorkel en vliezen. Het is erg mistig, de kust is niet te zien, lekker warm en weinig wind. Gaandeweg breekt de zon door en dienen de eerste groepen dolfijnen zich aan. Het is werkelijk waar dat als je onder water oogcontact met de dolfijnen zoekt, zij je ook blijven aankijken en bij je blijven zwemmen. Regelmatig klimmen we weer in de boot om nieuwe groepen dolfijnen te zoeken. Jammer, jammer dat wij beiden met nog enkele andere zwemmers op een gegeven moment misselijk worden (vermoeidheid/zeeziek/hyper-ventileren?) en geen energie meer om de honderden (!) dolfijnen met jongen die over elkaar buitelen, springen of met hun staarten plenzen te fotograferen; maar we hebben de beelden opgeslagen in onze grijze cellen. Het is een schitterend gezicht de dieren te zien in hun natuurlijke omgeving in een kalme zee, 18 graden, onder een strak blauwe hemel. Jos wil eerst niet genoteerd hebben dat we ons beroerd voelen. "Valse geschiedschrijving heeft altijd plaatsgevonden" vind hij. Terug op de camping is hij redelijk snel weer hersteld, ik herstel wat langzamer. Toch is al die "ellende" dubbel en dwars waard geweest. Het was ge-wel-dig, dol, fijn. De reden dat hier in Kaikoura zoveel dolfijnen, orka's, walvissen en albatrossen zijn, is dat reeds 500 meter uit de kust de zeebodem direct dieper wordt naar 1600 meter. Door de combinatie van koude stroming uit het zuiden (Antarctica) en de warmere bovenlaag is er ruim voldoende voedsel.

Onze laatste week in NZ rijden we terug richting Christchurch maar eerst blijven we nog een paar dagen in Akaroa. Het plaatsje in de Banks Peninsula, net onder Christchurch, heeft een franse achtergrond. We zitten halverwege een berg met prachtig uitzicht over de baai.

Christchurch met ca 344.000 inwoners blijft een provinciestad met een klein centrum en uitgestrekte buitenwijken. Het openbaar vervoer is goed daarom doen we alles met de bus. Om Jos niet weer de Bob te laten zijn, doen we een georganiseerde wijntour in Waipara Valley, waar we in 4 wijnhuizen steeds 6 verschillende wijnen proeven inclusief een lunch in de tuin bij een van hen. Vóór iedere rij druivenranken planten ze een rozenstruik om eventuele ziektes snel te kunnen ontdekken. Ook worden de wijnranken platgesnoeid (zoals lei-linden) voor een betere zonopname en het mechanisch plukken te vergemakkelijken. Ondanks dat het er netjes uitziet, is Jos niet tevreden over de camping omdat er zijns inziens teveel stadsnomaden rondhangen.

Vanmorgen de campervan schoongemaakt en de vuile kleren gewassen en gestreken want morgen 14/2 vetrekken we. 's Middags slenteren we langs de Avonriver en wandelen door de botanise tuin van Christchurch met prachtige oude bomen, een heelijk geurende rosarium, azalea's, hortensia's, bonsai en andere mooie bloemen en planten. Alles goed onderhouden en natuurlijk ontbreekt een teahouse niet waar we de afternoon tea nuttigen met verrukkelijke cheesecake.

Conclusie over NZ.
Het is een geweldige ervaring om in een land te reizen met slechts 4 miljoen inwoners en alleen tweebaans wegen en eenbaan bruggen zonder een file. Elke kilometer die je reist word je omringd door wonderschone uitzichten en mooi natuur i.p.v. bedrijven- of industrieterreinen. De NZ'er is erg met het milieu bezig en hoewel men zich (nog) geen zorgen hoeft te maken over fijnstof en fileleed hebben zij andere problemen.
Buiten de bekende plagen zoals de possum en de rat worden op het ogenblik de meren en recreatiewateren geteisterd door de "didymo" algen ook wel rocksnot genoemd. Bij elke camping, supermarkt en outdoorwinkel hangen posters die mensen oproepen hun zwemkleding, visuitrusting en boten na gebruik schoon te maken met een 2% bleekwater oplossing. Een ieder die in openbaar water zwemt, zou daarna met een spuitfles didymokiller z'n tenen en z'n bilnaad moeten besproeien!!!
De hartstocht waarmee de NZ overheid de albatros, yellow eyed- en bleu penguin en de "native" vogels probeert te redden is aandoenlijk, maar als ik met een grote groep mensen vanaf een tribune zit te kijken naar ±100 marcherende pinquins, word ik een beetje triest. Ik heb het gevoel dat ik naar het faillissement van de mensheid zit te kijken.
Dit was een epiloog van Jos.

Het valt ons op dat er veel Aziaten (Chinezen) in NZ wonen. Ze maken 16% van de totale bevolking (4 milj.) uit.
Ik ben erg onder de indruk van het aantal schapen (naast koeien, paarden, herten en alpaca's!), NZ heeft er ontzettend veel van. Iets om rekening mee te houden. Er draait hier een film in de bioscopen getiteld: "SHEEP" (there are 40 million!! of them and they're pissed off) in de stijl van Alfred Hitchcock's The Birds. Dus vluchten wij maar alvast naar Tasmanie.

Australië

Tasmanië

We zijn gisterenavond (14/2-07) laat hier aangekomen na 5,5 uur vliegen vanuit Christchurch 3,5 uur naar Melbourne, wachten en daarna nog 1,5 uur naar Hobart.
Zojuist een sightseeing tour door Hobart gedaan en nu dit bericht geplaatst. Morgen halen we de auto op om onze reis voort te zetten.

Wat heerlijk om weer de ruimte te hebben en in een gewoon bed te slapen zonder dat eerst te hoeven opmaken. Tasmanie is zo groot als de helft van GB, het heeft ± 500.000 inwoners. Hobart de hoofdstad is de 2e oudste stad van Australie (na Sydney) en hier wonen 300.000 mensen, het ligt aan een natuurlijke diepe haven waar momenteel 2 replica's van oude schepen liggen, de Duyvkens en de Lady Nelson i.v.m. een onlangs gehouden sail spektakel. De Endavour is een paar dagen geleden weer uitgevaren.

We rijden zuidoost-waarts richting Tasman Peninsula naar Port Arthur over de zgn. Convict Trail, door the Coal Valley en het historisch dorpje Richmond met z'n koloniale huizen en lang vervlogen herinneringen. Het schiereiland is bijna een apart eiland. We verwonderen ons in Eaglehawk Neck over de "tessellated pavement" (rotsen in brood- en tegelvormen). Ook hier zijn blowholes en sea arches in de kust gevormd. In Tarana bezoeken we de Tasmanian Devil Conservation Park. De dieren zien er niet aardig uit en hebben sterke kaken. We hoeven ze niet in het wild tegen te komen, het is wel sneu dat ze met uitsterven bedreigd worden door een vreemde ziekte die onder hen heerst.
In Port Arthur logeren we in The Fox and Hounds Inn, een hotel gelegen heel verlaten midden in de bossen aan een meertje waarin statig zwarte zwanen zwemmen. Het bruisende centrum ligt vast verderop denken we. Na ons gedoucht en opgetut te hebben, willen we downtown P.A. ingaan om de mooie baai en gezellige haven te bekijken. Groot is onze verbazing als we op onze vraag waar het centrum van P.A. is het antwoord krijgen dat er helemaal geen centrum bestaat. We zitten nl. in P.A. Historic Site een openlucht museum. Jos en ik krijgen de slappe lach en er ontstaat grote hilariteit over onze verwachtingen. Daarna wandelen we eenzaam door het grote park met de oude lege vervallen gebouwen. Er hangt op dat moment een vreemde sfeer; het dreigt te gaan onweren, het bliksemt zo nu en dan en het begint al te schemeren. Het is er prachtig maar het doet ook wat spookachtig aan alsof de dolende zielen van de overleden gevangenen je omringen. De volgende dag laten we ons het e.e.a. over Port Arthur uitleggen:

De Engelsen hebben hier in 1833 aan de verlaten baai een strafkolonie opgericht genoemd naar hun voormalig gouverneur George Arthur. De gevangenen werden te werk gesteld in de houtbouw en kolenmijnen. Ze hebben het dorp gebouwd met woonhuisjes, kerken, een ziekenhuis, tuinen, begraafplaats en zelfs een soort van bejaardentehuis. Een grote graanmolen werd later gebruikt als gevangenis. Een eilandje in de baai diende als jongensgevangenis, want vanaf je 7e jaar kon je indertijd als volwassene berecht worden, op je 8e ter dood veroordeeld en als je 9 was verbannen worden. Jos en ik worden nog experts op het gebied van historische gevangenissen (Alcatraz-San Francisco, Presidio-Ushuaia, Duivelseiland-Frans Guyana).

Verder noordwaarts langs de oostkust. Het landschap is droog. Hier en daar wat koeien en schapen die vanwege hun bruine kleur niet opvallen, ze gaan helemaal op in de dorre omgeving. Heel veel gumbomen (eucalyptus) waarvan veel met grijze kale stammen, ontdaan van hun bast die als verbrande vervelde slierten er bij hangen door gebrek aan water; de talrijke baaien zijn schitterend. In Bicheno is onze houten bungalow met veranda volledig ingericht, zelfs met een ouderwetse wasmachine waar je zelf het warme water nog in moet doen, alleen een wasbord ontbreekt nog. Ons doel is het Freycinet National Park bezoeken en dan vooral the Wineglass Bay/beach. Na een looptocht van 3 uur nemen we bezweet (± 30 graden) een duik in het water van het "wijnglas". We zien hier 's avonds aan het strand, zonder tribune, pinguins die niet voor toeristen willen poseren, omdat ze de hele dag gesurfd hebben en zo snel mogelijk hun nest in willen.

Onze volgende stop is Launceston. We nemen de langere route omdat we toch de tijd hebben. Na de Elephant Pass, dat alleen een pannenkoeken restaurant blijkt te zijn, rijden we door St. Mary waar een stuk bos door brand is aangetast. Practisch alle bomen zijn zwart geblakerd. Het doet surrealistisch aan. Een wonder dat de huizen die er nog tussen staan, zo te zien, geen brandschade hebben opgelopen. Voorbij kustplaats St. Helens is de route door een dicht eucalyptusbos 50 km een long and winding road, we worden er bijna misselijk van. We rijden met open ramen en ruiken de mentholgeur. Na de plaats Scottsdale is de streek bergachtig en groen. We willen een kijkje nemen bij de grootste lavendelboerderij van het zuidelijk halfrond, maar alle lavendels zijn al afgeknipt; niets te zien dus rijden we maar door naar Launceston waar we 3 dagen verblijven in een hotel dat al in 1870 een bakkerij was, gedreven door een ............ convict.

Launceston aan de Tamar rivier in de -vallei heeft 67.000 inwoners en is de 2e grootste stad van Tasmanie. Het is een plezierige stad wat relaxter dan Hobart. De meeste mensen komen hier voor de Cataract Gorge, een natuurgebied dat geschikt gemaakt is als een groot "stadspark". De gorge wordt overspannen door 3 bruggen en een stoeltjeslift. Er zijn veel wandelmogelijkheden van verschillende afstanden en moeilijkheidsgraden. Als je met een Riechelmann op vakantie bent neem je niet de gemakkelijkste route. De oude waterkrachtcentrale die in de gorge staat, wordt niet meer gebruikt. Hij was in 1829 gebouwd als particulier initiatief en op dat moment de grootste van Australie en Azie.

Nu we niet meer in een camper zitten, eten we regelmatig in een foodcentre. Het fenomeen dat hier en ook in NZ bestaat vind ik geweldig. Het zijn diverse verschillende restaurants bij elkaar. De hele Aziatische- en Europese keuken is er vertegenwoordigd zodat je volop keus hebt. Het is er goedkoop, gemakkelijk, lekker, snel en vers bereid.

Regelmatig stoppen we om foto's te nemen of van het uitzicht te genieten. Zo maken we ook een stop bij een raspberryfarm annex restaurant die allerhande producten verkopen/serveren waarin frambozen zijn verwerkt. Jos bestelt een longblack en ik neem white tea met ........ frambozen in een dikke laag krokante chocolade, lekker! We nemen ook nog een pond frambozen naturel mee voor de broodnodige vitamines.
Sommige plaatsen waar we doorheen rijden zijn niet meer dan een gehucht die toch bekend staan om hun houtsnijwerk of zijden borduurwerk. Sheffield is beroemd om z'n muurschilderingen. We nemen de tijd om ze te bekijken.

Een Oostenrijker, Gustav Weindorfer, was aan het begin van de 19e eeuw zo onder de indruk van Cradle Mountain dat hij een chalet in dit nog ontoegankelijk gebied bouwde om in te wonen en noemde die Waldheim. Hij spande zich in om deze omgeving toegankelijk te maken voor bezoekers, hetgeen uiteindelijk gelukt is. Cradle Mt National Park (Unesco) is een eldorado voor wandelaars met legio boardwalks wandelpaden (ter bescherming van de natuur). Zo ook bij Dove Lake, een kratermeer dat we rondom hebben bewandeld. De Cradle Mt Lodge ligt midden in het NP; receptie, restaurant en onze mooie cabin liggen een eindje van elkaar verspreid. Het is er 's avonds aardedonker. Terug van het restaurant lopen we naar onze hut; diverse dieren rennen vlak voor onze voeten weg. Verschrikt zetten ook wij het op een lopen. Wie is voor wie bang? De flora en fauna is een verhaal op zich. Bomen als o.m. Pencil Pine, King Billy Pine, Myrtle en Button Grass groeien hier volop. Dieren als Echidna (soort egel) en Platypus (moeilijk te omschrijven) zijn eileggende zoogdieren wat heel bijzonder is, Pademelon (wallaby) en Wombat (gigantische marmot) komen alleen hier voor. Middas Dekker zou naar Australie moeten komen om te onderzoeken waarom en hoe het mogelijk is dat de wombat op hoger gelegen plekken, bij voorkeur op de houten wandelpaden, vierkante(!) drollen poept.
De Cradle Valley is adembenemend, ruige bergen, glooiende berghellingen begroeid met buttongrass; hier en daar wat bomen en struiken, afgewisselddoor dichte bossen. Het is er nog rustiger dan in NZ.

In Zeehan, een slaperig spookstadje van 300 inwoners, bezichtigen we een leuk westkust pioniersmuseum waarin de historische achtergrond wordt belicht van dit voormalige tin- en zilver- mijnstad met voor die tijd gigantisch aantal inwoners, 10.000 en 26 pubs. Een Australisch echtpaar vraagt ons wat Zeeha(a)n in het Nederlands betekent. Volgens hen was dit de naam van het schip waarmee Abel Tasman dit land aandeed tegelijkertijd met het schip de Heemskerk.

Het is nauwelijks voor te stellen dat bij het lieflijk plaatsje Strahan aan de Macquarie haven, Sarah eiland ligt waar in 1804 de strengste gevangenis van Australie lag. Ontsnappen was niet mogelijk i.v.m. de smalle en moeilijke zeedoorgang. We wonen een (interactieve) komische toneelvoorstelling bij, waarin ook enkele toeschouwers -waaronder wij- een rol spelen. Het stuk heet "het schip dat er niet was" en gaat over de ontsnapping van een stel gevangenen. Naderhand krijgen we op straat van diverse mensen complimenten voor ons acteerwerk.

Lake St. Clair maakt met Cradle Mt deel uit van 1 nationaal park. Er is een 69 km lange zogeheten Overland Track tussen beide plaatsen, die je in 7 dagen kan lopen. Het meer is ongeveer 160 meter diep en licht 750 meter boven zeeniveau.

Conclusie over Tasmanie.
In de Lonely Planet stond dat je met Aussie's niet moet praten over het convict verleden van de eerste migranten.
Ik was dan ook verbaasd dat elk plaatsje dat wij aandeden wel een lokale beroemde convict had. De beroemdste is Martin Cash, die nadat hij ontsnapt was, het gepresteerd heeft om de rest van z'n leven uit handen te blijven van de gezaghebbenden en in z'n onderhoud te voorzien als struikrover. Z'n bekendheid heeft hij ook mede te danken aan een achterkleinkind van hem, nl. Wimbledon kampioen Pat Cash.

Met grote vreugde vernam ik dat Nederland weer een regering heeft. Ik neem aan dat de hypotheekrente-aftrek, het integratiebeleid en de vergrijzing wel weer de belangrijkste items voor deze regering zullen zijn. Hoe anders hier in Australie, de onderwerpen die hier alle aandacht krijgen zijn de droogte, het terugdringen van de CO2 uitstoot en de aanwezegheid van Australie in Irak. Om de droogte het hoofd te bieden wordt iedereen verplicht om grote watercontainers op z'n regenafvoer aan te sluiten en gebruik van airconditioning mag alleen als het gebouw of huis aan de hoogste norm van isolatie voldoet.
Er worden ook minder steekhoudende proefballonnen opgelaten door politici, het leukste voostel is van een parlementslid die de salarisverhoging van leraren wil laten bepalen door de leerlingen!!
Wij staan op het punt om naar het mainland te vertrekken, ik hoop dat het grote eiland mij net zo verrast als Tasmanie. Het is een prachtig stukje wereld met unieke fauna en flora. Uniek is ook het feit dat bijna 1/3 van het land nationaal park is. Economisch was ik ook verrast door de prijs van de benzine. Hoe komt het dat in een land, 2x zo groot als Nederland, met slechts 500.000 inwoners en een slechtere infastructuur dan bij ons, de benzine slechts € 0,72 kost? Toch eens aan de nieuwe minister van financien vragen.
Ter afsluiting nog een leuke triviant vraag: Welke naam gaf Abel Tasman aan dit land? Oplossing in het volgende verslag.

Tasmanie is heel prettig te bereizen, het is een eiland dat te "behappen" is. Je ziet er weinig campers. Er zijn tot onze verbazing veel Nederlandse immigranten en (nog) weinig Aziaten. De Tassie's voelen zich duidelijk het kleinere broertje van Australie.
Hopelijk lukt het hen om de Tasmaanse devils in stand te houden en vergaat het de beestjes niet als de Tasmaanse tijgers.

Antwoord op triviantvraag:
Tasmanie heette vroeger Van Diemen's Land.

Oostern Australië

Hello mates!,
We're at the Aussie's now en wat een cultuurshock!
Van de rustige, stille, koele plaatsen in NZ en Tasmanie gelijk in de drukke, volle, hete stad Sydney. Een dag voordat wij hier aankwamen was er in een klein gedeelte van Sydney een gigantische regenbui die een overstroming veroorzaakte waarbij auto's weggespoeld werden. We merken niets van dit alles. Gelukkig hebben we al 1 overnachting geboekt in een leuk, klein pension in de wijk Glebe. We moeten voor de verdere 3 dagen iets anders zoeken. Dat valt niet mee, alles is volgeboekt vanwege Mardi Grass het komend weekend. Noodgedwongen wijken we uit naar Parramatta, vlakbij het voormalig Olympisch dorp, ruim 1 uur met de bus of ferry vanuit de stad. Na de highlights als o.a. het Operagebouw, de Harbour Bridge, Darling Harbour en de Rocks Market afgelopen te hebben, gaan we ook de Mardi Grass optocht bekijken. Dit is een homo/lesbian carnaval, te vergelijken met onze gayparade dat jaarlijks duizenden mensen uit heel Australie trekt. Dit is ook de reden dat we geen overnachting in de stad hebben kunnen vinden.

Na het weekeinde huren we een auto en trekken de Blue Mountains in. We verblijven de eerste dagen in het plaatsje Katoomba. Ons 1e bezoek aan de Three Sisters (rotsformaties) loopt op een teleurstelling uit want een dichte mist maakt elk zicht op hen onmogelijk. Tot overmaat van ramp begint het ook nog heel hard te regenen, wat op deze hoogte (± 1400 mtr boven zeenivo) regelmatig voorkomt. De Blue Mt dankt z'n naam aan het feit dat er voortdurend een blauwige nevel in het dal hangt die zich vermengt met de stoffen die de eucalyptus- en titrees afscheiden, waardoor de nevel een blauwige kleur krijgt. Uiteraard wandelen we weer een paar uur, over stijle, glibberige paden. Het Blue Mt NP is prachtig met verschillende rotsformaties, watervallen en grotten. Tegen het einde van de week leveren we onze auto (Hyundai Getz) weer in en verblijven in een goed backpackers hotel in Manly, in het noorden van Sydney. Manley heeft prachtige, gezellige stranden waar de Aussie's veel picknicken, bbq`en en hun verjaardagen vieren. Het is onvoorstelbaar wat ze meesjouwen op een gewoon dagje strand. Ook zijn er mooie plekken om te surfen, snorkelen en duiken.

We wachten op de Shoestring reizigers waar we een maand mee zullen optrekken tijdens onze reis door het oosten en de Outback van Australie. In totaal zijn we, inclusief gids/chauffeur, met 10 personen. Het zal even duren voordat ons volgend verslag verschijnt, omdat we lange reistijden hebben en niet overal voldoende internet mogelijkheden, but ..... no worries, to be continued.

Ma.ochtend 12/3 vertrekken we per busje met aanhangwagen met de Shoestringgroep, 6 vrouwen en 4 mannen inclusief Peter de gids/chauffeur voor een rondreis door Oost Australie en de Outback over Highway 1. Via New Castle rijden we 9 uur, 600 km vanaf Sydney naar Coffs Harbour dat bekend staat om z'n aangename klimaat en commerciële centrum is van de Bananas Coast. Op een campsite zetten we onze tent op. De lucht betrekt, eerst maar met z'n allen het diner klaarmaken. Tijdens het eten breekt de bui los die de hele nacht en daarop volgende morgen aanhoudt. Geen leuk begin van onze reis. 's Nachts klinkt de zee door de storm angstvallig hard en dichtbij. We hebben slecht geslapen en staan daarom vroeg op; mede doordat het in de tent ook erg nat begint te worden. In de regen breken we onze tent af. Tijdens het ontbijt in de keuken brengt de campbeheerder mijn reistas met kleren naar ons toe; de tas is onderweg van de tentsite naar de keuken uit de laadbak gevallen. Ik ben de campbeheerder, ondanks dat sommige kledingstukken nat zijn geworden, enorm dankbaar dat hij m'n tas op tijd heeft gevonden. Iedereen heeft een kater van het natte rotweer en wil zo snel mogelijk vertrekken naar de volgende halte.

Baron Bay aan de oostkust van South Wales, 400 km. geschatte reistijd 6 uur. Onderweg in Evans Head tijdens een zgn. "smoko" zoals de Aussies een koffie/rookpauze noemen, blijkt de as van de aanhangwagen defect te zijn en is het wiel er bijna afgebroken. Peter moet naar een garage om het euvel gerepareerd zien te krijgen, wij blijven achter. Onze koffieleutstop wordt met 1,5 uur verlengd. Het mankement blijkt niet zo ernstig te zijn en we vervolgen onze weg. Onderweg veel suikerrietvelden. Jos en ik hebben eigenlijk de balen van het slapen in een natte tent en we willen een upgrade naar een cabin. We zijn gelukkig nog op tijd om in Byron Bay 's middags nog te gaan zeekajakken; er zijn jammergenoeg niet veel dolfijnen te zien en slechts een paar grote roggen, maar het kajaksurfen op de golven is heel leuk. 's Avonds BB verkent, leuke restaurantjes en barretjes. De volgende dag gaan we eerst naar de vuurtoren van BB die op het meest oostelijke punt van Australie staat. Prachtig uitzicht op de baai waar we een dag tevoren hebben gekajakt.

Tijdens de lunch aan het lange strand van Surfers Paradise bewonderen we de surfers op de hoge golven. We rijden langs Brisbane een snel groeiende stad en komen door plaatsen als Queenstown, Gympie en Maryborough en komen in Hervey Bay aan. Hier blijven we om een dagtocht naar Frazer Island te maken. Per ferry varen we naar 's werelds grootste zandeiland, 120 km. lang, 15 km. breed. Lopen door Eli Creek een zoetwater beekje; zien de Pinnacles Coloured Sand en de Maheno Shipwreck om vervolgens te zwemmen in het heerlijke lauwe water aan het prachtige witte zandstrand van Lake McKenzie. Een dingo probeert op het strand iets uit onze tassen te stelen.

Vandaag gaan we via Rockhamton (1e beefcity van Australie) noordwaarts naar Airlie Beach waar we 's avonds aankomen om de volgende dag 's middags een 3-daagse zeiltrip te maken door de Withsundays Islands. Die bestaan uit 74 eilandjes, door vulkanische aktiviteiten ontstaan en hebben door erosie hun huidige ruige vormen. We zeilen langs de eilanden en lagunes van Daydream Isle, Whiteheaven Beach en Hayman Isle waar we al snorkelend de schitterende onderwater wereld van de Great Barrier Reef bekijken; koraal en vissen in prachtige kleuren. De Great Barrier Reef strekt zich uit over een lengte van 200 km. langs de oostkust. Het slapen op de boot met 3 bemanningsleden en 25 personen van alle nationaliteiten is wat minder leuk (krap en niet al te fris) maar de sfeer is uitstekend. Na 2 nachten is het welletjes en zetten we weer koers naar Airlie Beach.

Onze volgende stopplaats wordt Mission Beach. Onderweg stoppen we bij het Billabong Wildflife Sanctuary waar we met een koala op de foto gaan en o.a. de met uitsterven bedreigde Cassowaries (lijkt op een struisvogel) zien. In Mission Beach gaan we in 6 boten de hele dag raften (grade 3-4) op de Tully Riverr, alvorens naar Cairns af te reizen. Jos en ik vinden de rivier minder wild dan indertijd de rivier in Equador. Het is erg leuk om met het voornamelijk jonge internationale gezelschap te peddelen. Wij zijn beiden de oudsten die meedoen.

In Cairns verblijven we in een jongeren hostel waar we een kamer delen met een medereizigster. Een aantal leden van onze groep gaat bungy jumpen. Wij maken een dagtocht in de omgeving, naar ondermeer watervallen, Paronella Park (een oud Spaans kasteel) een boottocht over Lake Barrine (een 65 mtr diep kratermeer), het regenwoud van Atherton Tableland alwaar we een boomkangeroe zien. Het is een prachtig gebied met gigantische rietsuiker- en bananenplantages omgeven door hoge bergen (1625 mtr). Het is alleen jammer dat we in het regenseizoen zitten en de wolken laag hangen.

Vandaag vertrekken we richting Outback. Over de Flinders Highway rijden we langs Townsville het binnenland in. De omgeving wordt savanne en de aarde is rood gekleurd. Bastardbirds (gelijkend op reigers) vliegen over de weg. Tussen Hughenden en Richmond wordt hout gesprokkeld om vuur voor het avondeten te maken. We slaan onze tenten op midden in de bush. De maaltijd (spagetti) wordt rond het kampvuur genuttigd. Sommigen waaronder Jos slapen onder de blote sterrenhemel maar gedurende de nacht is hij het gezoem van de muggen zat en kruipt bij mij in de tent. Het is een prachtige koele sterrennacht, Zuiderkruis en Melkweg zijn goed te zien.

Omdat er in de bush geen enkele voorziening is, gaan we na de lunch in Mount Isa (een mijnwerkersplaats) in een zwembad douchen of zwemmen. Opgefrist passeren we vervolgens de grens tussen Queensland en Northern Territory. Een paar dagen er voor heeft het geregend, de savanne is groen, onderweg zien we grote roadtrains met 3 of 4 aanhangwagens. In de schemering kleurt de hemel zich rood/roze/blauwig. Tegen 20.00 uur komen we in Barkly Homestead's aan. In het donker zetten we de tenten voor 1 nacht weer op.

Iedereen is vol verwachting van de komende stad Alice Springs. Bij Tennant Creek slaan we af naar het zuiden de Stuart Highway op die tot de 2e wereldoorlog niet meer was dan een stoffig spoor. De weg is genoemd naar de persoon die hier indertijd de telegraafverbinding van Noord- naar Zuid-Australie heeft aangelegd en daarmee het gebied heeft ontsloten. Alice Springs is naar zijn vrouw vernoemd. De lunch wordt buiten genuttigd bij de merkwaardige Devils Marbles, grote ronde geërodeerde gesmolten lavastenen verspreid over het land. De Aboriginals noemen ze Karlukarlu en geloven dat het eieren zijn, gelegd door hun schepper de regenboog slang. Thorny Devils lizards liggen te zonnen op het wegdek. We bezoeken de Royal Flying Doctors Services bekend van de gelijknamige serie en kopen er 2 vliegennetjes. Het is 33 graden C daarom gaan we pas tegen de avond een kameeltocht doen. Bij zonsondergang is de grote lege stille vlakte van de Outback nog roder gekleurd en met de kangeroes om ons heen genieten we van de rit.

Des anderen daags staan we om 5 uur op om de zonsopgang per luchtballon te aanschouwen, maar vanwege hevige regen gaat de tocht niet door. Onderweg wordt koffie gedronken in het Stuart's Well Roadhouse waar Jos op de piano de beroemde "zingende dingo Dinky" begeleidt. Het regent zo erg dat de volgende geplande stopplaats Kings Canyon niet bereikt kan worden. Diverse kreken zijn namelijk overgelopen waardoor de weg (Lasseter Highway) zelfs op een bepaalde plek 1.60 mtr onder water ligt. Geen doorkomen mogelijk. Veel andere reizigers zijn gestrand en moeten in de stromende regen wachten tot het regenen is opgehouden en het water gezakt. Wij zitten gelukkig nog aan de goede kant van de overstroming en besluiten het reisschema om te zetten en eerst naar Yulara te gaan alwaar laat in de middag een korte wandeling naar Uluru (Ayers Rock) gemaakt. Ondertussen is het opgehouden met regenen. Op de camping is het een drukte van jewelste, overal liggen swags, tenten en kleren van reizigers te drogen die er de vorige nacht tijdens de stromende regen hebben gebivakkeerd. Het blijft droog. Na een korte frisse nacht vroeg op (weer 5 uur) om zonsopgang bij de Uluru mee te maken, daarna een 3 uurs wandeling/beklimming naar de Valley of the Wind bij de Kata Tjuta (Olgas). Dit zijn een aantal stenen bergen met Mt Olga als hoogste berg, 546 mtr die ongeveer 200 mtr hoger is dan de Uluru. Na de lunch lopen we ook nog om de Uluru heen en zien we de zon onder gaan met de contouren van de Ayers Rock en de Olgas.

Vandaag rijden we weer over de Lasseter Highway naar Kings Canyon, de plaats die we 2 dagen eerder niet konden bereiken. Het water in de kreken is gezakt, de weg is droog. Koeien en kalveren lopen regelmatig over de weg; zwarte Wide Tail Eagles peuzelen een dode kangeroep op. Voor de lunch gaan we bij Kings Creek quad rijden, een leuke ervaring om met zo'n zware motor door het terrein te crossen. Tijdens een wandeling van 3 uur door de Kings Canyon spoelen we in een waterval het stof van ons af. De tenthuisjes met (dek)bedden zijn een fijne afwisseling op onze tentjes, slaapmatjes en -zakken. Het comfort is echter van korte duur want om 5 uur staan we op voor een lange rit naar

Coober Pedy dat bekend staat om z'n opaalmijnen. Voor 50 dollar kan men er een licentie huren en op zoek gaan naar opalen; overal zie je mijnschachten en opgegraven silenica zandhopen(bergen). Het is de droogste plaats van Australie. Door de extreme temperaturen, 's zomers kan het wel 50 graden C worden en 's winters vriezen, wonen de mensen in ondergrondse ruimten (dugouts. Bij het plaatsje Kulgara gaan we de staatsgrens over van Northern Territory naar South Australia. Hier houden de boeren veel schapen die regelmatig door dingo's worden dood gebeten. Men heeft daarom een 53.000 km lang hek aangelegd om de dingo's bij de schapen weg te houden. Wij slapen in het Bedrock Bunkhouse een groot, koel ondergrondse ruimte waarin nissen uitgehouwen zijn die als slaapplaatsen dienen te vergelijken met cellen in een klooster.

Zondag 1/4. Vandaag is de eindbestemming Adelaide. De Aussies hebben van Nederlandse reizigers de 1 april grappendag gehoord. Peter zegt dat het in Adelaide heel hard regent; na ons gezucht roept hij vrolijk "First of April foolsday". Van de zandduinen van Coober Pedy naar de groene savannen; emoes en schapen i.p.v. koeien en kalveren. Bij Lake Hart zoutmeer zijn de vliegennetten weer nodig. In de buurt van Port Augusta (een plaatsje dat al het energie voor de staat S.A. levert) verlaten we de Outback. We rijden een stukje op met de Ghantrain genoemd naar de Afghaanse kameeldrijvers die indertijd op de Noord-Zuid route voor transport zorgden. De diverse zoutmeren die we onderweg zien hebben een licht roze/lila kleur. Adelaide met ruim 1,5 miljoen inwoners doet erg Engels aan, heeft veel groene parken en leuke restaurants en bars. Het is jammer dat we hier slechts 1 nacht blijven. We slapen in het Shakespeare Backpackers Hostel gezamenlijk in 1 slaapzaal.

Vandaag gaan we de grens over naar de staat Victoria. We rijden langs kaal grasland en droog bouwgrond. Het is bewolkt en we vinden het erg koud ondanks dat de temperatuur omstreeks 18 graden C is. Na boodschappen in het plaatsje Horsham ingeslagen te hebben, rijden we naar Grampians National Park; beklimmen een stijle berg, zien de McKenzie Falls en hebben daarna een prachtig uitzicht vanaf de Reids Lookout op de Balconies en het Wartook Meer dat wel wat meer water in zich kan bergen. In Halls Gab Campground springt een kangeroe bijna ons tent in. 's Nachts is het erg koud, verkleumd worden we wakker, we staan daarom maar vroeg op om zo snel mogelijk warm te worden en te vertrekken naar Warrambool maar eerst nog langs het Brambuck The National Park Culture Centre om een inzicht te krijgen van de lokale cultuur en historie van de Koorie Aboriginals en een uitermate stijle klimwandeling te maken naar Mount William. In januari 2006 heeft hier een enorme bushfire gewoed die 130.000 hectare heeft verwoest ofwel 47% van het bos. Voor het laatst zetten we de tent op.

Woensdag 4/4. Via de Great Ocean Road rijden we naar onze eindbestemming Melbourne. De 100 km lange kustweg is na de 1e wereldoorlog tijdens de recessie in 12 jaar aangelegd door ex militairen. De kust van Southern Ocean waar, naar het schijnt, veel scheepswrakken liggen is heel mooi. We zien de grillige rotsformatie (The 12 Apostles) vanuit een helicopter. Na het kleine kustplaatsje Apollo Bay dat een natuurlijke haven heeft, spotten we de vele koala's in een eucalyptusbos. De schattige beestjes hebben een gigantisch hoge aaibaarheidsfactor. Loom liggen ze vanuit de bomen naar ons te kijken. In Melbourne nemen we afscheid van de groep en gids/chauffeur. Met een medereizigster die ook langer in Australie verblijft, delen we de laatste dagen een kamer. De stad aan de Yarra rivier is heel gezellig.

Conclusie:
Het is een erg vermoeiende reis, vroeg op, lange reistijden, maar het land is ook erg groot. We hebben 9500 km in 26 dagen gereden. Met z'n 10-en in een 20 persoons busje is het prettig reizen vanwege de ruimte. Het is jammer dat we soms maar 1 dag ergens verbleven, toch hebben we veel gezien en leuke dingen gedaan. Het kamperen in een tentje is niet echt iets voor ons, zeker als het regent of koud is vinden we het afzien. Gelukkig konden we vaak upgraden naar een cabin. Het kwam regelmatig voor dat de hele groep 's avonds bij ons in het huisje kwamen, vonden ze het eigenlijk wel erg prettig. Altijd gedacht dat de Outback zo droog en heet was, dat is dus niet zo. Lekker dat we de westkant en het noorden weer met z'n tweeen doen.

Western Australia

's Middags 2e Paasdag 9/2-2007 vliegen we met Jetstar naar Perth. Ons kamergenote is 's morgens al vertrokken naar een andere bestemming. We hebben aan diverse Aussies gevraagd hoe we het beste vanuit Melbourne naar Perth kunnen gaan. Per bus, trein of auto is volgens velen respektievelijk lang, duur of saai. Perth (1,5 miljoen inwoners) ligt erg mooi aan de Swanriver en wedijvert met Sydney zoals Amsterdam met Rotterdam. Het 400 hectare grote King's Park dat 1,5 keer groter is dan Central Park is prachtig. In het voorjaar (september) schijnt het nog mooier te zijn als de vele inheemse bloemen en planten in bloei staan. De gazons zijn ongeevenaard, zo glad als een golf green; je mag het zelfs betreden en er op gaan liggen. De 1e dag gaan we vanuit de city eerst een uur met een rivier cruiseschip naar Fremantle en vervolgens nog een half uur met de ferry naar Rottnest Island, een 11 km lang zandeiland, een verbastering van de door de Nederlandse ontdekker Willem de Vlamingh genoemde "Rattennest" n.a.v. de Quoakka's, een lief klein kangeroe-achtig beestje, die hij op ratten vond lijken.

We huren weer een auto en gaan naar het noorden langs de Indische Oceaan. We belanden in Geraldton een havenplaats voor graan, erts en kreeftencentrum dat nu moeite doet om toeristen te trekken. Vroeger is "de Batavia" hier op spectaculaire wijze aan z'n einde gekomen.

Onze volgende bestemming zou zijn Coral Bay maar door de Paasvakantie kunnen we geen slaapplaats vinden en komen terecht in Carnarvon een uiterst verzorgd, slaperig plaatsje. We slapen in een aftands backpacker's hostel waar we een kamer delen met 2 Australische jongens.

We rijden door een desolaat heet scrub bush landschap met om de 300 km een roadhouse. Het is dus zaak om voldoende benzine te hebben. We stoppen in Coral Bay en zien de onderwater wereld van de Ningaloo Reef eerst vanuit een glasbodem boot daarna snorkelend. De koraalrif is een grote tegenhanger van de Great Barrier Reef, hij is zeker zo mooi en toegankelijker. Noodgedwongen overnachten we in Exmouth 1260 km van Perth.

Zondagmorgen 15/4. Terugreis richting Perth. De lange weg is net als op de heenweg eentonig; wordt afgewisseld door veel termietenheuvels, overstekende schapen en koeien die denken aan de overkant van de weg groener gras te kunnen vinden; veel roadkills in verschillende stadia van ontbinding. We passeren voor de 4e keer tijdens deze vakantie de Steenbok Keerkring. Uitstappen om de benen te strekken is geen pretje, afgezien van de hitte > 30 graden, word je meteen besprongen door tientallen vliegen van een irritanter soort dan die we in Nederland hebben. Deze vliegen hebben het vooral voorzien op je ogen, oren en neus. In Denham delen we de kamer deze keer met een jong Iers koppel, uiteraard is het weer een gebruikelijke rotzooi in de backpacker's hostel. Het kleine maar mooie Discovery Centre geeft een goed beeld van de historie van de streek, o.a.: 1616 landde Dirk Hartog met de Eendracht als 1e Europeaan op deze plek, 31 jaar later gevolgd door de al eerder genoemde Willem de Vlamingh.

Vroeg op om in Monkey Mia het voederen van de dolfijnen mee te maken. Het is wel een toeristisch circus maar de wilde dolfijnen komen bijna tot aan het strand naar je toe zwemmen. Het is prettig vertoeven hier in het resort, heerlijk te zwemmen in het turquoise water. Denham en Monkey Mia liggen in het Francis Peron NP op een schiereiland aan Shark Bay dat door World Heritage beschermd wordt. De baaien en meren zijn prachtig azuurblauw/groen omzoomd door spierwitte zoutstranden. De hele kuststrook is populair bij sportvissers we zien ze regelmatig met hun vangst van o.a. grote Redsnappers en zalm. 's Middags rijden we even 260 km naar Hamelin Pool voor de stromatoliten, die worden beschouwd als de oudst levende organismen op aarde. Zij worden gevormd door een Cyanobacterie die 3,5 miljard jaar geleden al op aarde voorkwam. Stromatoliten geven zuurstof af en hebben daardoor een belangrijke rol gehad in de evolutie van de aarde. De bacteries vormen samen een plakkerige substantie waar ondermeer zand en schelpen aan vast klonteren, daardoor ontstaat een harde steenachtige massa. Shark Bay is één van de 2 plaatsen in de wereld waar deze levende stromatoliten voorkomen.

Onderweg naar Cervantes (400 inwoners) op een rustige weg waar nauwelijks verkeer is, komt als een van de weinige tegenliggers een politie-auto die de snelheidscontrole aan heeft staan. We ontlopen maar net een bekeuring; we rijden 119 waar 110 km is toegestaan. De politie licht toe dat je bij deze snelheid een aanrijding met kangeroes nog kan voorkomen (?)We zijn op weg naar de Pinnacles in het Nambung NP waar duizenden zandstenen pilaren staan in verschillende grote, die lijken op termietenheuvels. Het is jammer-genoeg bewolkt want bij een stralende zonsop- of zonsondergang kleuren de gele Pinnacles en -desert prachtig rood/oranje.

Om 8.00 uur vertrekken we richting Hyden naar de Wave Rock. De weg door "farmland" is eentonig en lang. Op diverse plaatsen doen ze herstelwerkzaamheden van weggespoelde wegen. Borden geven aan dat bepaalde stukken weg "subject to flooding" zijn; dat hebben we ondervonden. Ook wordt soms vlot rijden onmogelijk gemaakt door "oversized transport" met volledige huizen er op.

Vandaag staat Margaret River op het programma. Onderweg gestopt in Pemberton waar Jos in de 60 mtr hoge Gloucestertree klimt; de boom dient als uitkijktoren voor brand. Na zo'n klim krijg je honger dus op naar de mooie plaatselijke lavendel- en bramenboerderij voor een overheerlijke pannenkoek met bramen-lavendelijs en kaasscone met kruiden en lavendel. Voldaan zetten we onze reis voort. Het heeft vannacht een paar keer heel hard geregend, de lucht is nu grijs. Het is in het zuiden van Perth veel koeler, vochtiger en groener dan in het noorden. Jos zou vandaag z'n 1e surfles krijgen, maar die gaat niet door. We gaan wel even naar het strand en bij het zien van de huizenhoge golven is hij toch een beetje blij dat de surfles niet door is gegaan. We nemen ook een kijkje in Augusta op het uiterste zuidwestelijk puntje van Australie, waar bij Cape Leeuwin de Indische- en Zuidelijke oceanen bij elkaar komen. Het is een machtig gezicht de golven tegen de kust aan te zien beuken.

In de buurt van Margaret River zijn veel wijngaarden en wineries evenals in Swan Valley nabij Perth. Onderweg zien we een leuk marktje waar men veel zelf verbouwde produkten verkoopt. In het plaatsje Busselton staat een 2 km lange "jetty" met aan het einde een onderwater observatorium van 12 mtr diep en 8 mtr doorsnee. Er vindt hier jaarlijks een triathlon plaats met een groot aantal deelnemers, die langs de jetty zwemmen. We wandelen al slalommend langs de vaders, moeders en kinderen die op de lange steiger staan te vissen. Voor de laatste dagen hebben we een hotel geboekt in Bayswater een buitenwijk van Perth dichtbij het vliegveld. Met de trein zijn we heel snel in Fremantle waar we ondermeer weer een voormalige gevangenis hebben bezocht die in 1991 pas is gesloten.

Conclusie.
Het westen is zeker zo mooi als het oosten van Australie. Het is er wat minder "ontwikkeld", ruiger en rustiger. Ga je een stuk het binnenland in dan zie je bijna geen mens meer. De afstanden die je aflegt worden een vanzelfsprekendheid, je rijdt zo een paar honderd k's heen en weer om iets te zien. Wij hebben ongeveer 5000 k's in 9 dagen gereden.

Jos:
Ik heb moeite om een mening te vormen over W.A. het is een vreemd land, bijvoorbeeld:

  • bij kurkdroge gebieden staan waterhoogte meters langs de wegen
  • bij Australisch football doet de grensrechter de inworpen
  • tot 1993 kon een rechter je nog als straf zweepslagen opleggen
  • zwanen zijn hier altijd zwart

Maar W.A. heeft wel heel veel te bieden met unieke bezienswaardigheden, het is alleen jammer dat ze zo afgelegen liggen. De Wave Rock en de Pinnacles zijn echt bijzonder en de moeite van de reis meer dan waard. Ondanks de vermoeiende reis ben ik blij dat ik de andere kant van Australie heb gezien en verheug mij op de tropische kant, het noorden, op naar Darwin.



Northern Territory

Maandag 23/4 we vliegen naar Darwin. In het begin is vanuit het vliegtuig niet veel te zien door het dichte wolkendek, het lost snel op en we zien grote rechte vlakken landbouwgrond. We vliegen boven de Outback. Het landschap verandert in rood/bruine kale vlaktes met hier en daar lichte kaarsrechte lijnen van de wegen. Mt Augusta die hoger is dan Ayers Rock is vanuit de lucht goed te zien. Alle schakeringen bruin/rood komen voor met hier en daar wat grijs van gesteente. Het is alsof een grote pot rode menie op de grond is gevallen en de verf zich in grillige vormen heeft verspreid. Donkere strepen (rivieren) slingeren als slangen door het landschap. Zijtakken van die rivieren waaieren uit als doorzichtig koraal. Bergketens doemen in de verte op. Het blauw van de gigantische Lake Argyle vloeit over in het blauw van de lucht. De vlucht is zo mooi dat die langer had mogen duren dan de 3,5 uur.

Darwin is een leuke stad met een tropisch klimaat, heet en vochtig, veel kleiner dan Perth; het heeft een bruisend uitgaansleven. In de Northern Territory wonen de meeste Aboriginals. We bezoeken the Museum & Art Gallery waar ondermeer veel over de Aboriginals en hun kunst wordt toegelicht. 's Avonds zien we in de deckchair cinema, gezeten in strandstoelen en een glaasje koele wijn bij de hand, onder de nachtelijke sterrenhemel andere sterren op het witte doek. De film Prairie Home Companion van Robert Altman, Jos z'n favoriete regisseur. Het is een enige film en de entourage maakt het nog leuker

Vandaag 25/4 is het Anzacday herdenking van de slag bij Gallipoli een soort veteranendag. 's Morgens vroeg overal in het land herdenkingen en parades. Wij gebruiken deze dag om van backpackers-accommodatie te wisselen.

Omdat we niet meer zelf lange afstanden willen rijden, boeken we verschillende meerdaagse tours. Daarom vliegen we vandaag met Airnorth om 10.30 uur naar Kununurra in The Kimberley. Vliegtijd 1 uur, tijdverschil 1,5 uur vooruit, zodat we weer om 10.00 uur aankomen.

's Morgens heel vroeg worden we opgehaald voor een 2 uur durend scenicvlucht per Chesna over de Bungle Bungle Massief in het Purnululu NP. Ze zijn 370 miljoen jaar geleden ontstaan, hebben de vorm van bijenkorven en zijn rood/grijs gestreept. Door de siliciumlaag die op de rotsen ligt, hebben ze de tand des tijds doorstaan. We zien vanuit de lucht de Argyle diamantmijn, de grootste diamantmijn ter wereld waar als enige in de wereld de roze diamant wordt gedolven. Vervolgens hebben we een rondvaart met een zeer deskundig uitleg over Lake Argyle; een 750 km2 groot aangelegd meer dat dienst doet als waterreservoir. Het meer staat via de Ord River Dam in verbinding met het Kununurrameer dat voor irrigatie zorgt voor de landbouwgronden in Kimberley. In dit gedeelte van Australie hebben ze geen last van watertekort. We besluiten de dag met een sunsetcruise op de Ord river.

Toch maar een auto gehuurd voor 1 dag een 4-WD zelfs. We gaan naar Wyndham voor de 5 River Lookout. We rijden daarna over onverharde wegen en waden door rivierbeddingen (vandaar de 4-WD) naar El Questro voor diverse watervallen en gorges. We kiezen de Chamberlin Gorge om te wandelen en te varen. De Kimberley is nu net na de regentijd groen en heel mooi. Aan de Baobab bomen zitten bladeren; we herkennen ze in eerste instantie niet, omdat we ze altijd kaal hebben gezien.

Reizen is leuk maar heeft ook nadelen bijvoorbeeld als een vliegtuig met een mankement vast staat aan de grond. Je vlucht terug naar Darwin heeft dan een vertraging van onbepaalde tijd, het is dus wachten geblazen op een klein vliegveld met weinig voorzieningen. Teruggaan naar de plaats waar je de dagen daarvoor hebt doorgebracht is geen optie, omdat het een gehucht is met weinig vertier en alles is gesloten op zondag. Oh wat haat ik dit gehang en het wachten. Na een vertraging van 6 uur kunnen we eindelijk vertrekken.

Na en dag van niets doen, vertrekken we vandaag met een luxe touringbus voor een 4-daagse tour naar Kakadu NP. Dit 20.000 km2 grote park is het grootste van Australie. De regering huurt het van de Aboriginals. We rijden over de Arnhem Hwy 300 km oostwaarts van Darwin richting Jabiru. Na de morningtea stoppen we onderweg om de Aboriginals grottekeningen te bewonderen en maken na de lunch in Gagudjo een boottrip over de Yellowriver. De regentijd is maar net geëindigd en de "billabong" staat vol water en waterlelies. Het wildlife (vogels, vissen en crocodillen) is uitbundig. Wij verblijven in het Kakadu Lodge in Jabiru, een gehucht dat eigenlijk een servicestation was voor de uranium mijn, maar door het succes van Kakadu NP nu als toeristen pleisterplaats wordt gebruikt.

De 2e dag mogen we met een 4 WD bus Arnhem Land bezoeken. Dit is eigenlijk Aboriginal privéterrein. Het is een prachtig ongerept land. We krijgen een geweldige uitleg van onze gids Trevord Wie, over Aboriginalcultuur. Er zijn hier heel veel rotstekeningen (5000) die kunnen 20.000 jaar tot slechts 10 jaar oud zijn. Voor de Aboriginals zijn deze tekeningen een belangrijke bron van hun tradities.

Met 2 landrovers gaan we vandaag naar Ubirr om weer andere grottekeningen te bekijken. Vervolgens rijden we naar de Anbangbang billabong waar de 1e Crocodile Dundee film is opgenomen. Om te kunnen zwemmen in de Gubara Pool moeten we een 6 km wandeling maken over zand- en rotspaden, maar het is de moeite waard. Tijdens de wandeling krijgen we veel uitgelegd over "bushtuckers", dat zijn planten waarmee de oorspronkelijke bewoners zich in leven kunnen houden.

Onze laatste dag in het Kakadu NP gaan we weer rotstekeningen te bekijken. Iets verderop heb je een hoge rots waarvandaan je een prachtig uitzicht hebt over Kakadu en Arnhem Land; mooie groene beplanting afgewisseld door paarse bloemen, met slingerende rivieren en billabongs waarin witte waterlelies groeien. Op de achtergrond bergen die gevormd zijn nog voor er enig leven op aarde was. Met een boot varen we over de East Alligator River die de grenst vormt tussen Kakadu NP en Arhem Land. Op de terugweg naar Darwin stoppen we nog bij de Cathedral Termite Mouds (termietenheuvels). 's Avonds zijn we weer in Darwin.

We gebruiken de laatste dagen in Darwin om bij te komen. Zondagmiddag gaan we naar de beroemde Mindil Sundown Market die laat in de middag begint en tot 10.00 uur 's avonds duurt. Het is er erg druk, de markt lijkt op een Indische Pasar Malam met verschillende Aziatische (eet)kraampjes. De mensen maken er meteen een gezellige picknick van onderwijl kijkend naar de mooie zonsondergang. We bereiden ons voor op de lange vliegreis vannacht 8/5 om 1.30 uur naar Tonga.......

Conclusie.
Door de schijnbaar onuitputtelijke aanwezigheid van water en goedkope irrigatie mogelijkheden zou de Kimberley als agrarisch gebied wel eens heel belangrijk kunnen worden. Er wordt o.a. fruit verbouwd (mango, meloen) pompoen, katoen en als experiment cederhout plantages aangelegd. De jonge backpackers die we spraken zijn heel enthousiast over deze streek, mede omdat ze hier makkelijk werk kunnen vinden. Als de droogte in het zuidelijk gedeelte van Australie voortduurt, zou er wel eens een migratie naar het noorden van het land op gang kunnen komen. Darwin en omgeving is ons heel goed bevallen m.n. Kakadu NP en Arnhem Land hebben grote indruk op ons gemaakt, de enthousiaste en deskundige uitleg van de rangers hebben daartoe bijgedragen.

Tonga

Tongatapu

8/5 `s Avonds om 11.00 uur gaan we met de shuttlebus naar het vliegveld waar we om 1.30 uur vanuit Darwin vertrekken. Via Sydney en Auckland komen we om 22.30 uur plaatselijke tijd aan in NUKU'ALOFA de hoofdstad van Tonga. Het regent hard, alles staat blank en op de smalle weg liggen diepe plassen; onze chauffeuse rijdt niet harder dan 40 km. Dit is de maximum toegestane snelheid op Tonga.
We hebben zo'n 20 uur reistijd achter de rug en gaan meteen slapen als we in onze Waterfront Lodge arriveren.

Tonga is het enig overgebleven koninkrijk van de Polynesische eilanden. Het is nooit gekoloniseerd geweest. Koning Taufa'ahau George Tupou de 4e is onlangs overleden. Zijn zoon Taufa'ahau George Tupou de 5e zal omstreeks september a.s. tot koning worden gekroond; momenteel zijn ze nog in de rouwperiode.
Tonga ligt op 3220 km noordoost van Sydney ter hoogte van Brisbane en 1900 km van Auckland en bestaat uit ongeveer 170 eilandjes waarvan er ca 40 bewoond zijn. Ze worden in 3 groepen verdeeld, t.w.: TONGATAPU (de grootste), VAVA'U en HA'APAI. Ofschoon Tonga op het westelijk halfrond ligt, is de datumgrens oostelijk ervan daardoor loopt de tijd 13 uur voor op de GMT en is het het eerste land waar de nieuwe dag begint.

Het koninklijk paleis en de -tombes evenals het parlementsgebouw bevinden zich in de hoofdstad niet ver van ons hotel. We kijken uit op de haven waar iedere morgen vissers hun vangst verkopen en zeilboten liggen die de oversteek van USA naar Australie hebben gemaakt. Er zijn niet veel backpackers, sowieso niet veel toeristen.

Tijdens de onlusten, eind verleden jaar, zijn een flink aantal gebouwen geplunderd en afgebrand. Alles is weer rustig en opgeruimd, maar er zijn veel lege plekken achtergebleven in de binnenstad.
Een rondleiding over het eiland duurt ± 4 uur dan zie je o.a. de oude koninklijke graftombes in de 16e eeuwse hoofdstad Lapaha en een 800 jaar oude lavastenen ereboog. We rijden langs de gevangenis van Tonga waar de gedetineerden buiten het hek rondlopen en je vriendelijk gedag zeggen. Vluchten heeft geen zin op dit kleine eiland waar iedereen elkaar kent.
De landingsplaats van Cook is nu gemarkeerd met een plaquette; hij noemde dit eiland Friendly Island. Het mooist vinden wij de blowholes die nog mooier zijn dan in NZ.
Kerken van alle gezindten zijn hier ruim vertegenwoordigd.

Natuurlijk gaan we ook nu weer naar een dance en dinnershow. Het is er heel druk met voornamelijk Tonganen die zich opperbest vermaken. Het diner omvat veel locale gerechten, o.a.: yam en breadfruit (soort aardappel), taroleaves (waar sommige "gevoelige" mensen, ik, na het eten ervan een pijnlijke mond krijgen) en natuurlijk gegrild speenvarken, dit laatste zijn de locals dol op (waar ze nog meer van houden is 2 speenvarkens! aldus onze chauffeur). Het dansen heeft veel weg van de Hawaaiiaanse dans. De Tonganen dansen gezellig met en tussen de dansers en als waardering plakken ze bankbiljetten op de met olie ingesmeerde lichamen van de dansers. Het is een leuke avond.

Ha'apai

Zaterdag 12/5 8.30 uur; we zijn geland in PANGAI gelegen op het eiland LIFUKA onderdeel van de groep Ha'apai, 45 minuten vliegen van Tongatapu.
Langs de eilanden bevindt zich in zee een stijle afgrond van 10 km diep, een van de diepste in de wereld, de zgn. Tongan Trench die maakt dat er veel voedsel in zee is waardoor walvissen jaarlijks in juni t/m augustus met hun jongen hier langs de kust trekken. Het eiland is slechts 110 km² en heeft 3000 bewoners. Bij laag tij kan je vanaf het zuidpunt van het eiland naar het onbewoonde eiland UOLEVA lopen. Er zijn ook hier nagenoeg geen toeristen. Voor de verandering deze keer, het stortregent. Het houdt de hele nacht aan en 's nachts stormt het, angstig hevig. Gelukkig is het de volgende dag(en) mooi zonnig weer met zo nu en dan 's nachts harde regen.

Wij verblijven 5 dagen in het Sandy Beach Resort op het eilandje FOA ten noorden van het eilandgedeelte Lifuka dat door een dam met elkaar is verbonden. Het resort is opgezet door een Duitser, Jurgen en wordt gerund door hem en z'n zoon Boris. Wij zijn met nog 1 Zwitserse dame Erika de enige gasten. Het is een vreemde gewaarwording om als enigen in zo'n mooie, rustige locatie te verblijven. 's Avonds dineren we met z'n vijven aan een stijlvol gedekte tafel onder het genot van klassieke muziek en overdag zie je geen mens op het stille strand waar prachtige schelpen liggen in allerlei vormen en kleuren. Vanaf onze veranda zien we in de verte een nog actieve vulkaan op het eilandje Tofua, dat bekend is van "de muiterij op de Bounty". Zondagmorgen wonen we samen met Jurgen een Tongaanse kerkdienst bij. I.v.m. moederdag zien de Tongaanse vrouwen er extra mooi uit in hun ta'ovala (geweven mat) om hun middel. De dienst wordt hoofdzakelijk door de vrouwen geleid en er wordt prachtig gezongen; menig Nederlands zangkoor kan er een voorbeeld aan nemen. De pastoor verklaart na afloop blij te zijn met onze aanwezigheid en verontschuldigt zich dat ze geen vertaling van de mis hebben.

Op de ochtend van de 14e mei word ik bij het onbijt verrast met een mooie bloemenkrans en mag ik eindelijk de gouden ring en oorbellen met opaal die ik van Jos kreeg, dragen. We brengen onze dagen in totale ledigheid door: Een lange wandeling met Jurgen die van alles vertelt over de omgeving, planten, bomen en gebruiken. Fietsen, lezen, zeekajakken, veel snorkelen tussen de fel gekleurde vissen en zwemmen in het heldere blauw/groene water van de Pacific Ocean. Jos verzucht regelmatig waaraan hij het heeft verdiend om al dit moois te mogen beleven.

Op een van onze fietstochten naar het dorp Pangai, 15 km van ons resort zien we op het grasveld bij een school een grote groep kinderen staan. We worden uitgenodigd dichterbij te komen; wat blijkt, de kinderen hebben allemaal een tandenborstel en tandpasta in hun handen en krijgen tandenpoetsles van een man van het ministerie van gezondheid van Tonga. Het is grappig al die kinderen ijverig te zien tandenpoetsen. Even verderop stoppen we bij een huisje waar 6 vrouwen bezig zijn de traditionele ta'ovala te weven.
De procedure is als volgt: De ± 3 cm brede bladeren van de Pandanusplant (lijkt wat op Aloe Vera) wordt geplukt; ca 20 uur gekookt om het "vlees" van de bladeren week te maken; daarna 10 dagen in zee gelegd, de zee spoelt het weke gedeelte weg; dan worden de bladeren gespoeld om het zout er uit te halen; vervolgens worden de slierten opgerold gedroogd om ze niet al te snel te drogen, ze voelen nu zacht en soepel aan; worden in smallere stroken gesneden en zijn gereed voor gebruik.
(Dit lijkt wel een handwerkles, volgende keer uitleg over macrameeën). Overigens gebruiken de Aboriginals dezelde Pandanusbladeren voor het vlechten van manden.

Vava'u

Spreekt uit Wauwau bestaat uit meer dan 50 eilandjes met een wirwar van kanalen, lagunes en baaien en is een zgn. verhoogd atol. Volgens velen is het de meest idyllische bestemming van de Zuid Pacific. Alle "activiteiten" concentreren zich voornamelijk in het rommelige hoofdstadje NEIAFU. Er is geen rechtstreekse verbinding vanuit Ha'apai dus vliegen we met Air Fiji eerst naar Tongatapu om vervolgens een paar uur later wederom terug te vliegen over Ha'apai naar Vava'u dat slechts 15 minuten van elkaar verwijderd ligt. Onder ons zien we de vele (koraal)eilanden en atollen, het is zo mooi. De Trench is als een schuimende lijn goed te zien.

We logeren in het Tongan Beach Resort, ook dit is een fijne locatie aan een wit strand. Na 2 dagen vertrekken een aantal gasten en zijn wij weer de enigen die overblijven. In december als het oogsttijd is schijnt het hele eiland te ruiken naar vanille die hier volop groeit. We charteren een taxi en maken een rondrit over het eiland. Vanaf verschillende punten zijn prachtige vergezichten te zien. Omdat het veel geregend heeft moeten we soms flink klimmen en klauteren over glibberige paden en stenen. We varen met de barkeeper in zijn motorbootje langs de uitbundig begroeide eilandjes; zien vissen achter elkaar springen over het water, varen in grotten en snorkelen boven de zgn. Japanse koraaltuin.

Het is zondagmiddag, ik lig te soezen in een hangmat onder de bomen aan het strand dit verslag bij te werken, de zon staat al wat lager aan de hemel, er waait een koel briesje, een paar meter verderop ligt een grote luxe catamaran voor anker, het is heel stil, flarden Tongaanse gezangen bereiken me vanuit de kerk die achter het resort staat. Even dit heerlijke moment vasthouden en opslaan in mijn geheugen. Mea'a Tonga!

We vliegen maandagmiddag weer naar Nuku'alofa en slapen nog 1 nacht in het Waterfront Lodge alvorens onze reis te beëindigen en terug te keren naar Nederland.

Conclusie.
De Tonganen zijn inderdaad heel vriendelijk. De jonge mannen zijn over het algemeen erg aantrekkelijk, ze hebben iets vrouwelijks en lijken geen macho's te zijn. Kan ook niet als je een lange rok draagt met soms daarover nog een ta'ovala. Ook de wat oudere Tonganen zijn knap, maar zij zijn meestal flink breder (dik) en omdat ze vaak ook groot van postuur zijn, ogen ze heel stoer; echte rugby'ers.
Jos vindt de vrouwen ook mooi, iets wat mollig en goedlachs. Tonga is paradijselijk waar de tijd is stil blijven staan. De mensen hebben geen last van stress of hartaanvallen, misschien wel hoge bloeddruk door hun overgewicht. Alles verloopt in een traag tempo. Ze worden gelukkig nog niet overspoeld door massatoerisme zoals in de andere eilandengroepen als Samoa, Fiji en Cook. Ik hoop zo dat de Tonganen en dit paradijselijk stukje aarde nog lang vredig op deze onbedorven wijze mogen voortbestaan.

De reden van onze keuze voor Tonga is een t.v.uitzending van Boudewijn Buch indertijd. De reportage toonde ondermeer een dikke Tongaanse koning met een rieten mat om, fietsend op een mountainbike het goede voorbeeld gevend aan z'n onderdanen om meer aan lichaamsbeweging te doen. Dat sprak tot onze verbeelding.
Een 2e reden is dat op Tonga de naam Riechelmann vaak voorkomt. In Ha'apai ligt een zekere August Riechelmann (geb. 1834) begraven; waarschijnlijk een van de eerstgekomen Riechelmann uit Brunswick Duitsland. Er is zelfs een beroemde rugbyspeler, Charles Riechelmann, die in Nieuw Zeeland in "the Allblack" als professional heeft gespeeld. Hij woont tegenwoordig in Auckland, evenals z'n vader Jack die in het parlement van Tonga heeft gezeten. Samen met diens onlangs overleden broer Carl waren ze gerespekteerd en welbekende notabelen van Tonga. Leuke bijkomstigheid is dat we toevalligerwijs Carl's weduwe Kate hebben ontmoet.

Dinsdagavond vliegen we via Apia (Samoa) naar Los Angeles om na 3 dagen aldaar verder te vliegen naar huis. Dit is daarom ons laatste verslag van een bijzonder mooie reis. We zullen jullie niet langer vervelen met onze belevenissen, maar hopen wel jullie weer te ontmoeten.

Toki'sio! (tot ziens).